Wat is Dieptepsychologie?

Dieptepsychologie

Odyseus & Eikevrucht

Kosmologie & Archetype

Mens & Lichaam

Onbewuste & Symboliek

Mythologie & Sprookjes

Projectie & Schaduw

C.G. Jung & Freud

Synchroniciteit & Alchemie

Imaginatie & Dromen

Vrije Expressie & Tekenen

Mercurius & Manifestatie

Anima & Animus

Dieptepsychologie

Odyseus & Eikevrucht

De Reis van de Held
We kunnen het leerproces van mensen beschouwen als een reis die je maakt. Een reis door onbekend gebied. In zijn boek ‘de held met de duizend gezichten’ beschrijft Joseph Campbell de reis van de held. De zoektocht naar de heilige graal door onder andere ridder Lancelot (van koning Arthur) is een bekende reis van een held.

Vertrek
De held krijgt, voelt een oproep tot avontuur. Het is tijd het bekende te verlaten en op weg te gaan naar het onbekende. Soms weigert de held. De held moet een drempel over: al zijn eigen angsten en onzekerheden die hem tegenhouden. Maar gaat de held toch dan krijgt de held vaak (bovennatuurlijke)steun van derden.

Inwijding
De weg kent vele beproevingen, de held moet laten zien wat hij/zij waard is. Vaak ontvangt de held steun. Aan het eind wacht het geschenk. Dat waarvoor de reis is ondernomen. Meestal is het een allesomvattend inzicht. De held kent nu de bron van het leven.

Terugkeer
De held moet nu, met het verworvene, terug. Het verworvene kan dan in dienst gesteld worden van de gemeenschap. De held wil lang niet altijd terug. Toch moet het. Als hij dan teruggekeerd is met de gave(soms na een vlucht), dan bestaat ook de kans dat de gemeenschap niks wil weten van die gave. Maar als alles goed gaat verrijkt de held de gemeenschap met zijn inzicht en opgedane ervaringen.
Deze drempeloverschrijdende reis leidt tot een transformatie van de held: hij weet nu waar het werkelijk om gaat in het leven en kan van daaruit in alle vrijheid leven.

Eigenlijk verschilt de reis van de gewone mens niet zoveel met die van de held. Tenminste niet als je de reis mythisch opvat. Het gaat dan immers om de zoektocht naar je ware zelf. De zoektocht naar je waarheid in dit leven. Laten we de menselijke variant van de heldenreis eens bekijken:

Vertrek
Je merkt bij jezelf een onvrede met de bestaande situatie. Je voelt je niet meer thuis in het bestaande. Je verlangt naar iets anders, ook al weet je niet precies wat. Het kan gaan om je werk, je relatie, je familie, je sociale leven, je rol in de samenleving. Wie weet doet ook iemand in deze periode een beroep op je. Iemand die meer in je ziet dan je in jezelf ziet. De beslissing om het onbekende tegemoet te gaan roept veel onzekerheid op. Je moet een drempel over. Sommigen kiezen dan toch echt liever voor de bekende ellende.

Inwijding
Een nieuwe weg op gaan betekent dat je je oude zekerheden verlaat en niet goed weet wat je te wachten staat. Vaak lukt het je niet alleen. Voor je het weet val je terug in oude patronen. Maar vaak is het zo: dat wat je nodig hebt komt op je weg. Het is wel een kwestie van er voor open staan. Tijdens je reis kun je goed de hulp van anderen gebruiken. En soms komt de hulp uit onverwachte hoek. En als je acties ondernomen hebt, hindernissen overwonnen hebt, teleurstellingen verwerkt hebt, volgehouden hebt bereik je waar je naar op zoek was. Misschien heeft het niet de vorm die je van tevoren verwacht had, maar als je het tegenkomt, weet je dat gevonden hebt waar je naar op zoek was.

Eikevruchttheorie
James Hillman heeft in zijn boek ”Code van de Ziel” de Eikevruchttheorie uit de doeken gedaan.

Deze theorie gaat er vanuit dat er een aangeboren energetisch beeld, vergelijkbaar met een zwerm vogels, waarin samenhang, intelligentie en bewustzijn aanwezig zijn, dat er al was voordat je vader en moeder ook nog maar had ontmoet. De niet-stoffelijke genen: ‘memen’. Het levenslot wordt m.i. niet alleen bepaald door ”nature” (genen, dna, chromosomen, statistiek) en ”nurture” (psychologie, gedragswetenschappen, sociologie) zoals waar het reguliere materialistische wetenschapsparadigma vanuit gaat. We zijn niet alleen maar het product van het biologische materiaal van onze ouders, dan wel van milieu, cultuur, opvoeding, scholing of tijdgeest. Nee er is een bepaalde inherente essentie of potentieel genie aanwezig vanaf de start en waarmee je in dit leven aankwam om vervolgens geactiveerd te worden, als een samenspel tussen eigen niet-stoffelijke ‘memen’, ‘genen’ en niet-stoffelijke ‘memen” vanuit de omgeving. Dit potentieel kunnen we ook zien als een unieke set archetypische kernkwaliteiten en leiderschapsstijlen. Archetypisch omdat in elke persoonlijke geschiedenis ook de oerthema’s van de hele mensheid, de gehele ontstaansgeschiedenis van de aarde en universum worden geactiveerd. Dus in de confrontatie met de stof, dat wat er van buiten op je afkomt, de setting en het krachtenveld van het gezin van herkomst, daarin kan er iets ontplooien en ontwikkelen en dit gaat niet altijd pijnloos en dat hoeft ook niet. Hier kan een pijnscheut een geweldige groeistoot worden. Wanneer je dit geven kan accepteren en je bereid bent om naar je eigen pijn te gaan heb je geen slachtoffer of daderdeel meer nodig, die uitgaat van onmacht of ontkenning van creativiteit.

De kosmologie, vanuit dieptepsychologie ontwikkeld door dhr. H. Rump, directeur van het Jungiaans Instituut te Nijmegen, is een systeem dat er vanuit gaat dat ieder mens bestaat uit een soort softwareprogramma waar 12 energieën in een bepaalde configuratie actief is. Verder gaat het uit van dat er bij ieder mens een zeker basisprofiel actief is, dat bepaald werd door de sterrenconstellatie op het moment van de geboorte. Zo zijn er 12 basisprofielen: Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok, Waterman en Vissen. Het basisprofiel wordt dus aangevuld met 11 andere energieën in en bepaalde intensiteit en daardoor ontstaat een unieke persoonlijkheidorganisatie, met aan de vrouwelijke kant een 4-tal krachten en aan de mannelijke kant ook 4 krachten, met hun overeenkomstige negatieve pendant. Elke energie is ook op te vatten als een gebied waar bepaalde krachten of competenties werkzaam zijn. Elk gebied heeft ook zo zijn vervorming, schaduw of schijn. Dit is het eigenlijke leerprogramma, omdat er alleen in de confrontatie met schijn binnen jezelf en schijn dat op je afkomt iets kunt ontdekken over wie je bent en hoe je doet. Een uiterlijke biografie, hoe het er aan de buitenkant, stoffelijk uitziet, is dus altijd een gevolg van een innerlijke configuratie die aan het werk is en die bepaalde situaties en overeenkomstige kansen aantrekt om tot eventuele verwerkelijking in de stof tot uiting te komen. De kosmologie is geworteld in de hermetische traditie en de matriarchale cultuurperiode.

In dit geval de beelden zoals de sterrenhemel (hermetische traditie) of mythische godenwereld ons sinds mensenheugenis spiegelt en waarlangs we al spiegelend onze oerervaringen hebben willen kaderen en ordenen.

Als we nu ontdekken dat daar zo’n ordening in de fysische natuur is met zijn evenbeeld in de psychische natuur, dan moet er wel sprake zijn van een nulpunt/membraan of verdwijn- en verschijnpunt zijn waar onze binnenste vibrerende leegte/stilte de vibrerende volheid/lawaai of stilte, het kan in de natuur ook heel levend stil zijn, ontmoet. Hoe werkt dat modem, is dat ons lichaam, is dat onze geest, zijn dat onze hersenen, wat die creatieve leegte omvormt naar een virtuele en toch tastbare realiteit? Dat mysterie boeit me in hoge mate. Met archetypen bedoel ik de neerslag van alle menselijke ervaringen vanaf het aller-prilste begin die we van binnen in ons dragen en individueel vullen met ons eigenste input zoals een kristalstructuur, als energetische maar onzichtbare krachtlijnen, al aanwezig is voordat bij het vriespunt het kristalliseren van het toevallige water dat daar nu net is, begint. Een basale a priori blauwdruk of verborgen krachtlijnencentrum, waar tijd en afstand niet bestaat, waarbinnen, denkbeelden, gedachtevorming, uitingen en vormstructuren aan de oppervlakte tevoorschijn komen. Deze werking onttrekt zich meestal aan onze bewuste instelling en cognitief hebben we er geen ‘’weet van’’ hoezeer we er door aangestuurd worden en ons handelen, gedrag, houding, uitstraling, ons hele doen en vooral laten bepalen. Het water neemt vast vorm aan en wordt ijs. Gedachten worden materie. Het topje van de ijsberg steekt boven de waterlijn uit….

Het lichaam is niet alleen een hiërarchisch maar een heterarchisch systeem: twee bronnen, tweerichtingverkeer: niet alleen topdown, maar ook bottom up.

We hebben onze linker- en rechte hersenhelft, nog maar een paar duizend jaar oud, het centrale zenuwstelsel, het somatische deel met de volgende functies:

Linkerhersenhelft
Ontleden (taalkundig)
Logica
Weloverwogen
Rationeel
Methodisch
Geschreven taal
Numerieke vaardigheden
Beredeneerd
WetenschappelijkPro-actief
Volgordelijk
Verbale intelligentie
Intellectueel
Analytisch

Rechterhersenhelft
Allesomvattend
Intuïtief
Gevoelsmatig
Innerlijk bewustzijn
Creativiteit
Inzicht
Ruimtelijk inzicht
Verbeelding
Muziek, kunst
Reactief, passief
Gelijktijdig
Praktische intelligentie
Zintuiglijk
Geheel overziend

Hiermee hebben via cognitieve functies, ratio, denken, redeneren en geheugen in dieptepsychologie samen met uiterlijke zintuigen greep op de buitenwereld. Maar daarnaast hebben ook het viscerale deel, het autonome zenuwstelsel en het limbische systeem: ingewanden, hart, organen etc. Hier hebben we te maken met gevoelens, intuïtie, opwellingen en ingevingen. Dit is je werkelijke basis, Het ”andere bewustzijn” dat is alle bewustzijn met uitzondering van onze recent, hooguit 5.000 jaar oud, geëvolueerde kenvermogen, onze cognitieve vermogen tot stoffelijk meten en weten, onze ”tomtom”, zal ik maar zeggen.

Deze cognitieve functie van onze soort, de mens, deze in het lichaam terug te vinden biologische interface van onze hersenen, de neo-cortex, fungeert als een recent en dus tijdelijk toegevoegde virtuele ik-kern binnen het bewuste bewuste zonder eigen bestaansgrond, het laatste twijgje aan de die enorme evolutie-boom dat ons het ik- en zelfbewustzijn, afstand tussen mij en de rest van de wereld en individualiteit, heeft geschonken. Individualiteit kan gezien worden als pseudo-afzonderlijkheid, in de zin van niet begrepen ”inter-relatedness”, dan wel ”Goddelijke vonk”, de mens als holografisch miniatuur van het universum. Het ”andere bewustzijn (=”het hiernaaste”, geassocieerd met de hersenstam, het limbische systeem, het viscerale systeem, is dat gebied waar we zijn als we slapen, dromen, onder hypnose zijn, in trance zijn, dissociëren (uitstappen, je bent er wel fysiek, maar geestelijk ben je even winkelen) , in diepe meditatie zijn, dronken zijn, bewusteloos zijn of onder narcose, lang gevast hebben, bij rebirthing, een orgasme hebben, een marathon lopen, bij acuut gevaar of doodsangst kortom elke bewustzijnstoestand waarbij geen sprake is van helder ik- en afstand besef, waar je dus niet tot tien en terug kunt tellen. Volgens mij is dus het ”andere bewustzijn” wat onze echte basis en oorsprong is en onze connectie met het persoonlijk en collectief onbewuste, ook dierlijke bewustzijn en levend archief van onze evolutionaire ontstaansgeschiedenis.

De 6 lagen en dynamieken van het onbewuste volgens C.G. Jung heeft Jolande Jacobi in ”De psychologie van C.G. Jung” benoemd, t.w.:
1. Centrale kracht, de diepste laag, de hele wordingsgeschiedenis van kosmos en aarde ligt hier besloten en bezielt ons tot op het persoonlijkste niveau.
2. Onze dierlijke voorouders, je zou kunnen zeggen dat in deze laag de voorwereldlijke dieren nog rondlopen.
3. Menselijke voorouders
4. Volksgroep
5. Natie
6. Stam
7. Familie
8. Het individu zel

Symboliek
Een symbool is een teken in dieptepsychologie waarbij geen natuurlijke relatie bestaat tussen de representatie van het teken en de betekenis die ermee wordt uitgedrukt. We spreken van toenemend symbolisch bewustzijn als we andere betekenissen gaan toekennen aan wat we in de vorm van tekens en beelden tegenkomen. We zullen dan door een steeds bewustere patroonherkenning een andere waarde aan de letterlijke werkelijkheid toekennen. Door met die andere lens naar de dingen te leren kijken, verandert ons perspectief en daarmee ontvouwt zich en andere persoonlijke werkelijkheid.

We bevinden ons binnen de dieptepsychologie op het terrein van de mythologie, waar Joseph Campbell in zijn boek ‘’The masks of God’’ over zegt: “Clearly, mythology is no toy for children. Nor is it a matter of archaic, merely scholarly concern, of no moment to modern men of action. For its symbols (whether in the tangible form of images or in the abstract form of ideas) touch and release the deepest centers of motivation, moving literate and illiterate alike, moving mobs, moving civilisations. There is a real danger, therefore, in the incongruity of focus that has brought the latest findings of technological research into the foreground of modern life, joining the world in a single community, while leaving the anthropological and psychological discoveries, from which a commensurable moral system might have been developed, in the learned publications where they first appeared. For surely it is folly(…….)to preach to children who will be riding rockets to the moon a morality and cosmology based on the concepts of the good society and of man’s place in nature that were coined before the harnessing of the horse! And the world is now far too small and men’s insanity far too great, for any more of those old games(…….) of Chosen Folks (whether of Jehovah, Allah, Wotan, Manu, or (…….) the Devil. By which tribesmen were sustained against their enemies in the days when the serpent still could talk.”

C.G. Jung zei: “Projectie verandert de omgeving in het eigen onbekende gezicht. We hebben allerlei onbewuste psychische inhouden en complexen die voortdurend, als in een magnetisch veld, aangeraakt worden door wat we buiten tegenkomen en via allerlei emoties ons in de greep hebben”. Projectie is dan dat we buiten neerleggen, wat er innerlijk aan het opspelen is. Om te voorkomen dat we naar binnen kijken roepen we dan: laat ik maar braaf en gehoorzaam voldoen aan wat de omgeving van me verwacht, zie je wel dat ik niet welkom ben en dat ik er niet bij hoor, als hij niet verandert dan ga ik ook geen toenadering zoeken, laat ik maar genoegen nemen met weinig dan laten ze me wel met rust of ik ben fout, schuldig, ik kan het niet, ik schiet tekort of ik doe gewoon alsof het probleem er niet is, ik ga wel de problemen van anderen oplossen, dan heb ik tenminste bestaansrecht.

De schaduw betekent in de Jungiaanse psychologie het deel van het onbewuste, bestaande uit verdrongen zwakheden, tekortkomingen en instincten. Het is een van de drie meest herkenbare archetypen, de andere zijn de anima en animus, en de persona. De schaduw en creativiteit “Iedereen draagt een schaduw”, zei Jung, “en hoe minder hij is belichaamd in het bewuste leven van het individu, des te zwarter en dichter hij is.” Het kan echter ook beschouwd worden als een verbinding met de primitieve dierlijke instincten, die tijdens de vroege kinderjaren door de bewuste geest vervangen zijn. Vandaar dat Jung de schaduw ook met creativiteit in verband brengt. Een beschaafd mens onderdrukt deze dierlijke neigingen, maar dit gaat ten koste de van spontaneïteit, creativiteit, gevoeligheid en inzicht. Dit reservoir van duisternis herbergt dus ook bronnen waaruit de scheppende kunstenaar zijn inspiratie haalt. Inspiraties zijn altijd het werk van de schaduw en een leven zonder schaduw zou saai en oppervlakkig zijn.

Volgens Jung is de schaduw instinctief en irrationeel, maar kan herkend worden via projecties. Zelfs als een mens denkt dat hij voorgoed heeft afgerekend met zijn ‘slechte’ elementen, kan dit slechts tijdelijk zijn. Ze hebben zich teruggetrokken in het onbewuste en kunnen opnieuw opduiken in perioden van crisis en druk uitoefenen op het Ik. Als de gemeenschap de schaduw te nadrukkelijk verdringt kan dit volgens Jung rampzalige gevolgen hebben. Na de beestigheden van de Eerste Wereldoorlog stelde hij de christelijke leer verantwoordelijk voor al het bloedvergieten, doordat deze de schaduw volledig trachtte te verdringen. De schaduw kan echter verwoestend toeslaan door al het dierlijke in de mens zijn vrije gang te laten gaan als de omstandigheden dat toelaten. De schaduw is volgens Jung ook verantwoordelijk voor de relaties met seksegenoten, en die kunnen vriendschappelijk of vijandig zijn. Dit hangt af van het feit of de schaduw door het Ik aanvaard wordt en harmonisch geïntegreerd is in de psyche. Wordt het verdrongen naar het onbewuste, dan zullen de projecties van de schaduw op andere mannen ‘geworpen’ worden en leiden tot wrijvingen, ruzies en geweld. Op dezelfde manier werkt dit mechanisme volgens Jung ook voor vrouwen. Vermits deze reacties stammen uit de irrationele, driftmatige menselijke natuur kunnen zulke ervaringen overweldigend en vernietigend zijn.

Carl Gustav Jung (1875-1961) is een van de meest inspirerende mensen uit de 20e eeuw. De dieptepsycholoog Jung; een zeer invloedrijk en belangrijk denker, was een tijdlang Freuds voornaamste leerling, maar hij had steeds kritiek op de Freudiaanse nadruk op verdrongen sexuele tendenzen, en na de publicatie van zijn Symbolen der Verandering in 1912 brak hij totaal met de psycho-analyse van Freud om zijn eigen techniek van ‘’analytische psychologie’’ te ontwikkelen.

Synchroniciteit, ook wel genoemd a-causaliteit, op te vatten als binnen het geldende wetenschappelijke paradigma onbegrepen causaliteit, Tao, magie, magnetisme, alchemie, patroonherkenning van archetypische krachten vertaald naar dagelijkse voorvallen, ‘’creëer je eigen werkelijkheid’’, zogenaamd toeval, zijn mijns inziens allemaal woorden voor het hetzelfde: Mercurius aan het werk.

Jung schreef een aantal boeken, waarin hij een vergelijking trok tussen de symboliek van de alchemie en de archetypische voorstellingen die hij waarnam bij zijn studie van in alle culturen en tijden voorkomende symbolen in bijvoorbeeld dromen en kunstuitingen. De alchemie beschreef volgens hem processen die symbolische uitbeeldingen waren van het proces van individuatie. Hij vergeleek het werk van de alchemisten met een soort studieboek van het collectief onbewuste. Wat voor soort goud het ook was waar de alchemisten naar op zoek waren geweest, zo dacht hij, ze hadden in feite door hun werk het onbewuste ontdekt. De sterke beelden van alchemistische taferelen (bijvoorbeeld: koning en koningin in seksuele gemeenschap, een liggende man uit wiens lichaam op de plaats van de penis een boom groeit, man en vrouw die versmelten tot een hermafrodiet) waren volgens hem duidelijk bedoeld om over te mediteren als verschillende fasen van ons bewustzijn. Onder invloed van het onderzoek dat Jung deed over alchemie, gingen psychologen de alchemistische processen ook interpreteren als projecties van onbewuste psychische processen. Hierbij werd de groei beschreven die de ziel of de psyche doormaakt om één te worden, een volledig mens. Volgens deze visie zou de steen der wijzen deze volgroeide en volmaakte mens zelf zijn.

In toenemende mate wordt ingezien dat verbale therapieën hun beperkingen hebben. Veel problemen van cliënten vinden hun oorsprong in de pre-oedipale (deels pre-verbale) ontwikkelingsfase en zijn daarom op semantisch linguïstische wijze moeizaam tot uitdrukking te brengen. Dit is een overweging om binnen de psychotherapeutische praktijk gebruik te maken van visualisaties, metaforen, analogieën, beeldspraak, symbolen, geleide dagdromen, imaginaties etc. . Dit betekent dat de therapeut een directieve, sturende rol vervult bij de actieve imaginatie. Deze directiviteit beperkt zich tot het procesniveau: de therapeut richt de cliënt op een ontmoeting met het onverwerkt complex en stimuleert de cliënt tot het aanbrengen van veranderingen. Op inhoudsniveau is deze benadering uitermate non-directief: de therapeut onthoudt zich van enigerlei duiding van de inhoud van het onverwerkte complex. Het is de bedoeling dat de cliënt die inhoud geheel zelf ontdekt en verwerkt via de imaginatie.

Waarom zou je je dromen duiden? Dromen hebben een gezond effect op mensen ook als ze niet geïnterpreteerd worden. Ze kunnen informatie opleveren die op geen andere manier te verkrijgen is ten aanzien van de fysieke, psychische of spirituele conditie waar iemand zich in bevindt en daarmee zijn dromen tevens diagnosticerend om oorzaken van verstoringen te ontdekken. We lijden allemaal onder een zekere verdeeldheid tussen het bewuste en het onbewuste, die ons ertoe brengen om in bepaald deel van onze persoonlijkheid te leven. Dromen geven meer bewustzijn over de thema’s die spelen en slaan zo en brug tussen het bewuste en het onbewuste. Niet alle dromen hebben een diepgaande, onthullende boodschap. Sommige dromen zijn meer herhalingen of verwerkingen van dagelijkse gebeurtenissen of hebben een fysieke oorzaak, bv. een volle blaas, maar elke droom kan ook betekenisvolle boodschap inhouden. Daarnaast is de instelling van de dromer van belang. Als je denkt dat ze triviaal zijn, dan zijn ze dat vaak ook.

Als je ervan verwacht dat er boodschappen in verpakt zitten die te maken hebben met je toekomst, je bestemming en welke stappen je te nemen hebt, dan zullen dromen je niet teleurstellen. Het bestaan van het onbewuste staat nauwelijks meer ter discussie. Iedereen treft zichzelf aan in situaties, terwijl hij/zij iets anders had voorgenomen. Als de motieven niet bewust zijn, moeten ze wel onbewust zijn. Dromen kunnen daar ook opheldering over verschaffen. We zijn allemaal tot op zekere hoogte neurotisch, t.g.v. innerlijke conflicten, schuldgevoelens of fobieën. Dromen kunnen hier ook antwoorden geven om je leven weer energieker, effectiever en bevredigender te laten zijn.

Dank zij het maken van tekeningen zijn wij in staat de taal van het onbewuste te ontcijferen en tot ons eigen zelf door te dringen. Dit kan omdat op je zo in het moment bent, dat je denken even naar de achtergrond verdwijnt. De cliënt wordt de mogelijkheid gegeven met kleurpotloden en papier om een wereld te tekenen die overeenkomt met de innerlijke staat van zijn. Door op een vrije en creatieve manier hiermee te spelen worden onbewuste processen zichtbaar in een beeldende tweedimensionale vorm zoals in een droomervaring.Door een serie van beeldende tekeningen komt het individuatieproces tot leven. Er ontstaat geleidelijk een gevoel van heelheid. Een gevoel dat voorbij gaat aan de wereld van ogenschijnlijke polariteiten en een structuur van heelheid die bij de geboorte al aanwezig en meer en meer hersteld wordt en wat Jung het Zelf noemt. Door de uitnodigende en veilige setting kan de cliënt een nieuwe relatie ontdekken met z’n eigen diepte en zinvolle samenhang in zijn of haar leven.

Jung komt in zijn boek Symboliek van de Geest met betrekking tot deze mythologische figuur Mercurius tot de volgende eigenschappen:

a. Mercurius bestaat uit alle tegenstellingen die men zich voor kan stellen. Hij bezit een duidelijke dualiteit, waaraan echter steeds als eenheid een naam gegeven wordt, al kunnen ook vele innerlijke tegenstrijdigheden in evenveel verschillende, schijnbaar zelfstandige gestalten dramatisch uiteenvallen.
b. Hij is fysisch en geestelijk tegelijk.
c. Hij is het proces van transformatie van het lagere, fysische in het hogere, geestelijke en vice versa.
d. Hij is en duivel en een heiland, die de weg wijst. Hij bezit een evasieve listigheid en is de godheid, zoals deze zich in de moederlijke natuur aan de mensen toont.
e. Hij is het spiegelbeeld van de mystieke ervaring van de artiflex, die met het opus alchymicum gepaard gaat.
f. Als beeld van deze ervaring stelt hij enerzijds het Zelf voor, anderzijds het individuatieproces en krachtens de onbegrensdheid van zijn omschrijving ook het collectief onbewuste.

Sinds de nieuwste ontdekkingen binnen de kwantumfysica zou er een non-lokale ruimte zijn, waar geen waarneming mogelijk is en fungeert als veld van oneindige potentialiteit en waar toegang tot is door middel van intentie en vrije wil. De wereld is niet maakbaar en maakbaar tegelijk en door het verruimen van die vrije speelruimte kunnen we leren om een steeds een ruimer perspectief in te nemen en er zich een andere persoonlijke werkelijkheid ontvouwt. Het klassieke en moderne wereldbeeld zorgt dat we, hoe we naar de werkelijkheid aankijken en met elkaar er over communiceren, zonder dat we dat nu altijd in de gaten hebben, werken met een soort consensus realiteit:

Lichaam en geest gescheiden
Bewustzijn zetelt in hypofyse
Alles is ontleedbaar
Na ontleding werkelijke aard object
Onveranderlijke structuur tijd/ruimte
Eenduidige objectieve werkelijkheid
Causaliteitsprincipe onbeperkt geldig
Statistische waarnemingen
Oorzaak gebeurtenissen ”buiten”
Non-lokale ruimte
Deze beïnvloedt tijdruimte
Energie gaat niet verloren
Waarneming schept werkelijkheid
Onruimtelijk, ontijdelijk
Organisator wereld der zintuigen
Hersenen faciliteren bewustzijn
Vrije wil, intentie geven toegang
Tot non-lokale ruimte als veld van
Oneindige potentialiteit

Er is in de psyche van de man een inherent beeld van het vrouwelijke, zijn anima, dat hem helpt om haar wezen te begrijpen. De anima is de personificatie van alle vrouwelijke psychologische tendensen in de psyche van de man zoals gevoelens, stemmingen, intuïtie, ontvankelijkheid voor het irrationele, het vermogen om lief te hebben, z’n gevoel voor de natuur en zijn geneigdheid om het onbewuste serieus te nemen.Dit beeld wordt bewust door de echte contacten met vrouwen, met name de eerste vrouw die hij in zijn leven tegenkomt. Normaal gesproken is dat moeder, de vrouw die over het algemeen zeer bepalend is bij zijn vorming. Deze beleving van moeder is natuurlijk subjectief. Het beeld van moeder is niet wie ze is. Het beeld wordt mede bepaald door zijn vermogen, zijn anima, om dat beeld te vormen. Dat projecteren gebeurt niet bewust maar het overkomt hem. Deze projectie wordt dan later doorgezet en kan zijn relaties met vrouwen kleuren. In essentie is de anima een gids bij de ontwikkeling van de mannelijke psyche. Het maakt hem gevoelig voor onbewuste inhouden die kunnen opwellen. Wanneer hij deze serieus neemt en niet afdoet met interne dialogen kunnen ze waardevolle wegwijzers zijn en hem in staat stellen besluiten te nemen en spontaan aan het leven deel te nemen. Zowel de anima als de animus zijn, hoewel ze behalve positieve ook negatieve eigenschappen kunnen hebben, ‘mediators’ tussen het onbewuste en het bewuste. Hoewel deze processen autonoom zijn, kunnen ze bewust gemaakt worden met behulp van dromen of fantasieën. Wanneer niet serieus genomen kunnen ze leiden tot humeurigheid, lichtgeraaktheid en besluiteloosheid.

De animus in de psyche van vrouwen is de counterpart van de anima binnen mannen en ontstaat vanuit drie aspecten: het collectieve beeld dat een vrouw van een man heeft, haar eigen ervaringen met mannen en het latente mannelijke principe in zichzelf. Wanneer serieus genomen kan ze een vrouw steunen wanneer het nodig is om moedig of assertief te zijn. Als het in het negatief aan het werk is, kan het lijken op een verzameling meningen van vader of andere autoriteiten. Zo kan het leiden tot koppigheid, onbuigzaamheid en onredelijkheid, die geen recht doet aan haar werkelijke eigen situatie. De anima is mits serieus genomen een creatieve hulp in de psyche van de vrouw en bouwt het een brug naar het Zelf.